What is your writing process?
Er zitten altijd verhalen en personages in mijn hoofd. Om te komen tot een tekst maak ik een plan. Ik schrijf een synopsis en ik werk de dramatische structuur uit. Daarna probeer ik zo regelmatig mogelijk de tekst op papier te krijgen. Bij voorkeur in één keer goed. Meestal schrijf ik eerder wat te weinig dan teveel en bij herschrijven voeg vaak nog wat alinea's en scènes toe. Als de tekst af is, hoeft het grote verhaal om de personages heen niet te zijn afgerond. Vaak komens ze in ander werk (en dat kan ook een toneelstuk of moordmysterie zijn) weer terug.
Do you remember the first story you ever read, and the impact it had on you?
Ik kan me vooral herinneren dat ik leerde schrijven. Het was in de eerste klas van de lagere school en ik weet ik zoiets dacht als 'dit biedt ongekende mogelijkheden'. Als kind las ik veel. Ik koester vooral goede herinneringen aan Paul Biegel. Het sleutelkruid. En De vloek van woestewolf. Een bijzonder vermeling mag het boek 'Ze lopen gewoon met me mee' krijgen. Vooral omdat er nijlpaarden in voorkomen. En omdat ik me er nog steeds zo in herken. Ik heb ook Arendsoog, De Vijf en Biggles verslonden. Wat later las ik Jan Terlouw en Thea Beckman. Ik maakt vrij vroeg de overstap naar 'volwassen boeken'. Ik las een verkorte kinderversie van De drie musketiers. In de boekenkast van mijn ouders stonden de vervolgen daarop 'twintig jaar later' en 'de burggraaf van Brachelone', maar daar waren geen kinderversies van. Toen was de keus snel gemaakt.
Read more of this interview.